Pensioen

Het aanvullend pensioen is het pensioen dat u bovenop het wettelijk pensioen opbouwt tijdens uw loopbaan als werknemer of zelfstandige. Dit heet de tweede pensioenpijler.

In België zijn er 4 pensioenpijlers:

  • 1ste pijler:
    Dit is uw wettelijk pensioen als loontrekkende, als zelfstandige of als ambtenaar. Te raadplegen op www.mypension.be onder 'wettelijk pensioen’.
  • 2de pijler:
    Dit is uw aanvullend pensioen (als werknemer of als zelfstandige), opgebouwd tijdens uw loopbaan.
  • 3de pijler:
    Dit is uw persoonlijk aanvullend pensioen, door pensioensparen en/of via een individuele levensverzekering, door uzelf opgebouwd en met fiscale voordelen.
  • 4de pijler:
    Dit is uw persoonlijk spaarplan zonder extra fiscaal voordeel, bijvoorbeeld een belegging in vastgoed, een spaarrekening, …

Op mijngroepsverzekering.vivium.be vindt u informatie over het aanvullend pensioen (2de pijler) dat u als loontrekkende aan het opbouwen bent of opgebouwd hebt bij Vivium.

Hoeveel aanvullend pensioen u (als loontrekkende in de 2de pijler) mag verwachten, vindt u terug op uw benefit statement of op mijngroepsverzekering.vivium.be. onder de rubriek 'Hoeveel aanvullend pensioen mag ik verwachten als er gespaard wordt tot op de eindleeftijd van het contract?'. Als u meerdere contracten heeft, dan worden de bedragen samengeteld.

Het bedrag dat u ziet, geeft u een inschatting over hoeveel uw aanvullend pensioen bij pensionering zal bedragen.

Het werkelijke bedrag bij pensionering hangt af van het verdere verloop van uw loopbaan en wordt beïnvloed door verschillende factoren zoals de duur van uw loopbaan, eventuele promoties of parttime werken,…

Bovendien is het mogelijk dat u nog andere aanvullende pensioencontracten heeft, bijvoorbeeld van vorige werkgevers. De website van de overheid ‘mypension.be’ biedt u een volledig overzicht.

De ‘verworven reserves’ zijn het bedrag dat reeds gespaard is op de berekeningsdatum.

De ‘verworven prestatie’ is een verdere oprenting van deze verworven reserves tot op de einddatum van uw contract zonder verdere financiering.

De ‘verwachte prestatie’ is het brutobedrag dat u mag verwachten op de einddatum, als alle toekomstige premies ongewijzigd verder gestort worden en ook aan dezelfde voorwaarden blijven oprenten. Dat zal vaak niet zo zijn. Hou er dus rekening mee dat bepaalde factoren uw verwachte prestatie zullen beïnvloeden: bijvoorbeeld als u verandert van werk,  als u deeltijds gaat werken,  als uw premie wordt geïndexeerd, als uw premie wijzigt door een salarisaanpassing of bij een promotie.

Het is dus interessant om bij elke update van uw benefit statement even aan te melden op mijngroepsverzekering.vivium.be. U zal dan de evolutie van de verworven reserves en de verwachte prestatie in uw contract(en) kunnen zien.

In functie van de resultaten van de verzekeringsonderneming, kan de verzekeraar beslissen om een winstdeelname toe te kennen. De winstdeelname is dus een aanvullend rendement bovenop de rentevoet die al wordt toegepast op de gestorte premies. Het totale rendement op uw spaarreserves wordt bepaald door een rentevoet die wordt toegekend op basis van de stortingen en de eventuele winstdeelname.

De uitbetaling van de prestaties bij leven is standaard verbonden aan de effectieve ingang van het (vervroegd) wettelijk pensioen. Op dat moment is de uitbetaling verplicht (opnameplicht).

In het geval van onderstaande uitzonderingen kan u uw groepsverzekering wél laten uitkeren voor u met pensioen gaat:

  • een uitbetaling is mogelijk voor aangeslotenen die hun wettelijke pensioenleeftijd hebben bereikt of aan de voorwaarden voldoen om hun wettelijk pensioen vervroegd op te nemen maar hun wettelijk pensioen nog niet laten ingaan (opnamerecht).
  • een vervroegde (gedeeltelijke) opname van uw spaarreserves is mogelijk om onroerend goed gelegen in de Europese Economische Ruimte te kopen of te renoveren. Meer hierover in de rubriek 'Andere gebeurtenissen'.

Bij de uitkering van het pensioenkapitaal brengt Vivium de bedrijfsvoorheffing en parafiscale heffingen in mindering.

Naast een RIZIV-bijdrage van 3,55% en een solidariteitsbijdrage van 0%, 1% of 2% in functie van de grootte van de uitkering, is er standaard een bedrijfsvoorheffing van toepassing van 16,66% op het pensioenkapitaal dat door middel van werkgeversbijdragen is opgebouwd. Dit geldt ook voor het pensioenkapitaal dat door middel van uw persoonlijke bijdragen is opgebouwd voor 1993. Op het pensioenkapitaal dat is opgebouwd door uw persoonlijke bijdragen na 1993 bedraagt de bedrijfsvoorheffing 10,09%.

U betaalt:

Voor pensioenkapitaal dat is opgebouwd door werkgeversbijdragen of persoonlijke bijdragen voor 1993:

  • een RIZIV-bijdrage van 3,55%
  • een solidariteitsbijdrage van 0%, 1% of 2%, afhankelijk van de grootte van de uitkering
  • bedrijfsvoorheffing van 16,66%.

Voor pensioenkapitaal dat is opgebouwd met persoonlijke bijdragen na 1993:

  • een RIZIV-bijdrage van 3,55%
  • een solidariteitsbijdrage van 0%, 1% of 2%, afhankelijk van de grootte van de uitkering
  • bedrijfsvoorheffing van 10,09%.

U kan in aanmerking komen voor een lagere bedrijfsvoorheffing van 10,09% op het pensioenkapitaal dat is opgebouwd door werkgeversbijdragen als u ’ononderbroken effectief actief’ bent gebleven tot de wettelijke pensioenleeftijd en dit minstens voor de laatste drie jaar.

Sinds 1 januari 2019 geldt deze gunstige regeling ook voor werknemers die de wettelijke pensioenleeftijd nog niet bereikt hebben, maar al een loopbaan van 45 jaar hebben opgebouwd en ‘ononderbroken effectief actief’ zijn gebleven tot de leeftijd waarop voldaan is aan de voorwaarden voor een volledige loopbaan.

Wie is ‘ononderbroken effectief actief’?

Dit zijn werknemers die:

  • blijven werken tot hun wettelijke pensioenleeftijd of
  • een loopbaan van 45 jaar opbouwen en voor de wettelijke pensioenleeftijd hun pensioen opnemen.

Volgende periodes van inactiviteit worden ook beschouwd als ‘ononderbroken effectief actief’:

  • periodes waarin u een wettelijke ziekte- of invaliditeitsuitkering ontving;
  • periodes van onvrijwillige werkloosheid waarbij u beschikbaar bleef voor de arbeidsmarkt;
  • periodes waarbij u in het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT), na 1 januari 2015, ‘aangepast beschikbaar’ bleef voor de arbeidsmarkt.

Nadat Vivium bericht krijgt van de Federale Pensioendienst naar aanleiding van uw pensionering, stuurt Vivium u een regelingskwijting per post. U vult de gevraagde informatie op de documenten in, voegt de gevraagde attesten en bewijsstukken toe en stuurt de originele documenten terug naar Vivium. Na controle op volledigheid en correctheid van de documenten stort Vivium het netto pensioenkapitaal op uw bankrekening.

Ja. Bij de uitkering van uw pensioenkapitaal houdt Vivium al een bedrijfsvoorheffing in. Deze houdt rekening met een gedeeltelijke verrekening van de gemeentelijke opcentiemen. Bij de uitkering van uw netto pensioenkapitaal wordt op die manier al een voorschot aan gemeentebelasting ingehouden.

U moet de bedragen waarop u bedrijfsvoorheffing betaalt en de bedrijfsvoorheffing aangeven in het jaar na de uitkering via de codes van uw fiscale fiche (281.11). De definitieve verrekening van de gemeentebelasting volgt dus pas in het jaar nadat u uw netto pensioenkapitaal ontving.

U ontvangt van Vivium de fiscale fiche (281.11) per post in de maand april van het jaar na de uitkering van uw netto pensioenkapitaal.

Vivium zal dit per post opsturen naar uw thuisadres.

U kan een duplicaat vragen via mail naar FIB-EB@vivium.be. Vivium mailt u dan een kopie van uw fiche.

Op de fiscale fiche (281.11) staan de bedragen waarop de bedrijfsvoorheffing werd berekend en de totale bedrijfsvoorheffing. De bedragen waarop de bedrijfsvoorheffing werd berekend zijn lager dan de bruto-uitkering omdat op de verschuldigde RIZIV- en solidariteitsbijdragen geen bedrijfsvoorheffing moet worden ingehouden.

Nam u een voorschot om een onroerend goed, bestemd voor persoonlijk gebruik en als enige woonst, te kopen of te verbouwen ? Dan gebeurt de eindbelasting volgens het systeem van de fictieve rente.

Blijft u bovendien tot uw wettelijke pensioenleeftijd aan de slag of bouwt u een loopbaan van 45 jaar op? Dan is de fictieve rente enkel van toepassing op 80% van het bedrag van het voorschot, wat nog een bijkomend belastingvoordeel oplevert. Dat voordeel is begrensd tot maximaal 93 620 EUR in 2023. Is het bedrag van het voorschot groter, dan is op het surplus de normale taxatie van toepassing.

Een cijfervoorbeeld verduidelijkt

Stel: u blijft tot uw wettelijke pensioenleeftijd actief of bouwt een loopbaan op van 45 jaar. De reserves aan het eind bedragen 200 000 EUR en de winstdeelname 10 000 EUR. U nam één keer een voorschot op uw kapitaal van 100 000 EUR.

 

Netto-uitkering zonder fictieve rente:

Kapitaal op einddatum: 200 000 EUR  
Winstdeelname:   10 000 EUR
Solidariteitsbijdrage (2%) - 4 000 EUR - 200 EUR
Riziv-bijdrage (3,55%) - 7 100 EUR - 355 EUR
Bedrijfsvoorheffing (10,09%) - 19 060,01 EUR  
Voorschot - 100 000 EUR  
Netto-uitkering: 69 839,99 EUR 9 445 EUR

Netto-uitkering met fictieve rente:

Kapitaal op einddatum: 200 000 EUR  
Winstdeelname:   10 000 EUR
Solidariteitsbijdrage (2%) - 4 000 EUR - 200 EUR
Riziv-bijdrage (3,55%) - 7 100 EUR - 355 EUR
Bedrijfsvoorheffing (10,09%) - 9 613,75 EUR  
Bedrijfsvoorheffing (11,11%) - 416,05 EUR  
Voorschot - 100 000 EUR  
Netto-uitkering: 78 870,20 EUR 9 445 EUR

De normale bedrijfsvoorheffing van 10,09 % geldt niet op de eerste 93 620 EUR. Daarvoor betaalt u alleen maar de fictieve rente. Die berekenen we als volgt:

  • 80 procent van 93 620 EUR is 74 896 EUR.
  • U moet daarvan gedurende tien jaar vijf procent aangeven aan de personenbelasting. Dat is telkens 3 744,80 EUR.
  • De bedrijfsvoorheffing bij uitkering bedraagt 11,11 procent op die som, of 416,05 EUR.